Achterhoekrit (Deel 1)

De Achterhoekrit 2019, Mijn eerste toertocht met de HDC

Nu heb ik dan een Deauville, en een mooie ook. Ook heb ik me aangesloten bij de Honda Deauville Club, of ook wel Heel diverse Club. En deze club organiseert met enige onregelmaat toertochten in diverse delen van het land. Zal ik? Of zal ik niet? Want de toertocht die in de Achterhoek gereden gaat worden op de 21ste juli, heeft een startpunt ergens vlak boven Doetinchem, en dat is niet zo heel ver van Ede.

Waarom niet? De binnendoor route naar het startpunt werd door de TomTom bepaald, en ruim op tijd vertrok ik. Onder de zomerjas nog wel met een dunne trui, want hoewel het later op de dag meer dan 24 graden zou worden, was het dat nu nog niet. De zomer motorkleding ging aan, de nodige spullen werden in een tas gemikt, de oordopjes werden geplaatst, de sleutels werden opgezocht en zo was ik klaar om te vertrekken.

Ede uit, en de N224 op, de binnendoor weg naar Arnhem. Hoewel de zon langzaam aan kracht begon te winnen was ik toch blij met de extra laag onder het doorwaaijasje. Mijn eerste uitdaging was nu een tankstation. Het eerste Shell station stond aan de verkeerde kant van de N224, de Total iets verderop was geheel geautomatiseerd, en daar had ik even geen zin in, en pas de Shell in Arnhem voldeed aan al mijn eisen. Tijd om te tanken, de tweede keer met deze motor.

En ja, er ging veel meer in dat in een CX, maar, en dat was ook niet onaardig, het verbruik leek boven de 1:20 van de CX te komen. Ik schatte zo voor de vuist weg dat het 1:22, of misschien wel beter zou zijn. Later bleek dat het verbruik gedurende de laatste 289 kilometers 1:22,3 was geweest. Niet slecht !

In Velp vond ik het tijd om even wat anders te doen, en ik programmeerde de TomTom op de snelste route naar het eindpunt, in Doetinchem. Weer bleek dat de TomTom en de iPhone en ik elkaar niet echt begrepen, en het duurde al met al ruim vijf minuten voordat ik weer wegreed. Nu werd ik de snelweg opgestuurd, de A348. Ik wilde wel eens weten hoe dat ging, met de hoge ruit, op de snelweg. De laatste keer was me niet zo heel goed bevallen. Maar toen was de wind ook veel krachtiger.

De A348 is een rustig stukje snelweg, en vanaf het punt waar ik de weg opkwam tot waar de A348 ophield was minder als vijftien kilometer. Maar toch, het ging rustigjes, snel en zonder problemen, en wat belangrijker was, ook zonder zijwind-gevoeligheden. Dat geeft weer wat meer vertrouwen in de wind-handelbaarheid van deze Deauville.

Braaf de TomTom volgend arriveerde ik rond 10:30 bij hotel 'De Kruisberg' in Doetinchem. Het leek erop dat ik op het juiste punt was, maar er stonden behalve een paar Deauville's ook aardig wat andere motoren. Zo op het eerste gezicht waren er veel meer van de nieuwere NT700, dan van het oudere type, de NT650. De motor werd op een vrij plekje neergezet, en helm en jas gingen uit. En toen merkte ik dat ik een oordopje verloren was, waarschijnlijk bij het tankstation. Dan maar zonder, want het reserve setje zat nog in de dikke jas van het motorpak.

Ik was op de juiste plaats, dat bleek. Een voorstel rondje volgde, en van de meeste namen vergat ik vrijwel direct de bijbehorende gezichten. Tja, je hebt zo'n hoofd of je hebt een ander. Nu was het tijd voor koffie, en even bijkomen. Voordat ik aan de koffie kon beginnen werd ik aangesproken door Frank, of ik het mailtje van hem had gehad. Ja, dat was dat allemaal goed gekomen, vertelde ik hem. Ik had op de club-site kunnen zien dat ik in zijn groep was ingedeeld, en dat gaf ook weer wat vertrouwen. Ik zou wel zien hoever ik mee kon rijden.

Iets voor elf uur waren er nog een paar mededelingen over de te volgen route, en stipt om elf uur begaf een ieder zich naar zijn of haar motor. Jassen aan, helmen op en met ongeveer vijf minuten afstand vertrokken de afzonderlijke groepen. Ik zat in de vierde en laatste groep, als tweede rijder. Voor me een ervaren voorrijder, achter me een ervaren rijder, wat kon er mis gaan?

Gewend als dat ik was aan toerritten met de CX club had ik vrijwel direct moeite om mijn voorrijder binnen een redelijke afstand te houden. Niet omdat hij zo idioot snel reed, nee, eerder dat hij veel vlotter door bochten schoof waar ik, gewend aan de oude CX500, vaker gas terugnam. Het eerste half uurtje was, zoals ik het later zei, hard werken. Werken aan het gas geven, afstand vinden, door de bocht gaan, al die dingen die een meer ervaren toerrijder als vanzelf 'eventjes' doet.

Daardoor had ik, in elk geval in het eerste gedeelte, minder oog voor het Achterhoekse landschap, wat een aaneenschakeling van bos en akkers, velden en wegen was. Vooral de wegen had ik wel veel aandacht voor. De meeste wegen van deze Achterhoekrit waren zeker in het begin gewone klinkerpaadjes. Net groot genoeg om een weg te zijn. Door het vele verkeer waren de zijkanten aardig ingereden, en het midden vertoonde een fraaie bolling. Gelukkig was het wel droog want anders was het vast een gladde boel geweest.

Ook hier in de Achterhoek had het twee nachten geleden flink geregend. Er waren bosweggetjes die nog de sporen van het noodweer op zich hadden liggen, in de vorm van takken en bladeren. Er werd door mij gedurende dat soort wegen meer aandacht aan de weg, dan aan de voorrijder of de omgeving gegeven.

De eerste stop was in het plaatsje Zwiep, aan de Zwiepseweg, tegenover een handelaar in landbouwvoertuigen. Hier stond de derde groep ook eventjes bij te komen van de rit, we waren al ruim een half uur aan het rijden over bobbelige en bochtige wegen en weggetjes. Een kleine sigaretten en/of benen strek pauze is dan welkom.

Omdat de derde groep, die voor ons behoorde te rijden, geen aanstalten maakte om te vertrekken liep onze voorrijder er naar toe, en suggereerde dat het toch echt wel lang genoeg was geweest, die pauze. En groep Drie zag in dat het wel weer tijd was om te vertrekken.

Enkele minuten later vertrok ook ons groepje weer. Maar niet voordat me op het hart gedrukt was om goed op het uitschakelen van de richtingaanwijzers te letten. Dat werkte net iets anders als op de CX, en het koste moeite om er aan te wennen. Waar ik vroeger de duim op het knopje kon houden, en zodoende 'wist' dat ik nog moest terugschakelen, want mijn duim zat of naar links of naar rechts, nu moest het knopje een keertje ingedrukt worden om het knipperlicht te resetten. Gedurende de rest van de rit probeerde ik het advies te volgen, maar er waren toch momenten dat de voorrijder het bekende signaal gaf: knipperlicht staat nog aan....

Verder ging het door het steeds wisselend Achterhoekige landschap. Voorbij bomen, over bruggen die over beken lagen, langs boerderijen en over bos wegen, onder dicht bladerdak en blauwe luchten, langs riviertjes en beken. Het tempo bleef, naar mijn mening wel een tikje hoog, maar ik kon het bijbenen. Dat de Deauville rustigjes reed hielp natuurlijk ook wel.

Bijna een uur na het eerste rustpuntje in de route kwamen we aan bij Restaurant 'Grenszicht', vlak aan de grens met Duitsland. Ergens hadden we een andere weg genomen als een eerdere groep, want na ons, die tenslotte de laatste groep waren, kwam er toch nog een groepje motorrijders aan. Nou ja, dat was van later zorg. Het eerste punt was nu de verzorging van de innerlijke mens.

Binnen in het restaurant had ik al snel een Spa'tje te pakken, en met de bestelling voor mijn lunch was het ook in orde. En hoe! Een heerlijke uitsmijter werd voor me neer gezet. En nee, ik ging niet netjes en beleefd wachten totdat iedereen aan de tafel ook wat had, want dan werd mijn eten koud. Des te meer bestellingen er op de tafel gezet werden, des te stiller werd het in het zaaltje......

Word vervolgd.
Volgende week deel 2.